Anoniem (12e/13e eeuw) - Carmina Burana: O Fortuna


Carmina Burana: O Fortuna

O Fortuna
Zo ellendig,
Onbestendig
is het noodlot, als de maan
die crescendo,
decrescendo
schijf kan zijn en bol kan staan.
't Lot doet vrezen
en genezen,
alles op zijn eigen wijs.
Halve zachten,
maar ook machten
doet het smelten als ijs.

Nooit integer,
steeds weer leger,
almaar wentelend, wentelend rad,
dat kan kraken
wat wij maken
en dan heb je het gehad.
In 't verborgen
breng je zorgen
en ging niet aan mij voorbij,
want ik dobbel,
dus nu hobbel
ik je piemelnaakt voorbij.

Al mijn vreugden,
al mijn deugden
zijn vergaan in angst en pijn
door jouw schalen
die in 't dalen
sterker dan in 't stijgen zijn.
Muzikanten,
geestverwanten,
speel met mij dit droevig lied:
lotsbeschikking,
Godsverschrikking,
die de sterkste zelfs verried.

(vertaling Willem Wilmink)


O Fortuna,
velut luna
statu variabilis,
semper crescis
aut decrescis;
vita detestabilis
nunc obdurat
et tunc curat
ludo mentis aciem,
egestatem,
potestatem
dissolvit ut glaciem.

Sors immanis
et inanis
rota tu volubilis,
status malus,
vana salus
semper dissolubilis,
obumbrata
et velata
michi quoque niteris;
nunc per ludum
dorsum nudum
fero tui sceleris.

Sors salutis
et virtutis
michi nunc contraria
est affectus
et defectus
semper in angaria.
Hac in hora
sine mora
corde pulsum tangite;
quod per sortem
sternit fortem,
mecum omnes plangite!

Anoniem (12e/13e eeuw)