LiefdeZe liggen op elkaar, schurft op eczeem
Je hoort de schilfers knappen, roos stuift op
Hun schedels glimmen als een diadeem
Ze liefkoost teder zijn gezwollen krop
Zijn pink verdwijnt in een abces van bloed
Zij kronkelt, uit haar mond springt slijm. Een blaas
ontploft, zijn krop wordt blauwer, hij vat moed
Hij rolt haar op haar rug: hij is de baas
Dan gaan zijn sleetse lendenen tekeer
Het is een machtig knarsen, het gesop
van kwijl in etter kent geen einde meer
Zij kotst: Gods wonder in een notedop
Gerrit Komrij
Foto van Gerrit Komrij: Anna Ietswaart, 1994