Do not stand at my grave and weep
Do not stand at my grave and weep,
I am not there, I do not sleep.
I am in a thousand winds that blow,
I am the softly falling snow.
I am the gentle showers of rain,
I am the fields of ripening grain.
I am in the morning hush,
I am in the graceful rush
Of beautiful birds in circling flight,
I am the starshine of the night.
I am in the flowers that bloom,
I am in a quiet room.
I am in the birds that sing,
I am in each lovely thing.
Do not stand at my grave and cry,
I am not there. I do not die.
Mary Elizabeth Frye (1905-2004)
Sta niet aan mijn graf en ween
Ik ben niet daar, noch ben ik er slapende
Ik bevind me in een duizend winden die waaien
Ik ben de zacht vallende sneeuw.
Ik ben de zacht neervallende regen,
Ik ben de velden van rijpend graan.
Ik ben de ochtendstilte,
Ik ben de gracieuze trek
van prachtige vogels in circelende vlucht.
Ik ben het sterrelicht in de nacht.
Ik ben in de bloemen die bloeien.
Ik ben in een stille kamer.
Ik ben in de vogels die zingen.
Ik ben in elk lieflijk voorwerp.
Sta niet aan mijn graf en huil,
Ik ben niet daar. Ik ga niet dood.
(een van de vele vertalingen die circuleren van dit gedicht)