'Mei' (fragment)
Weet iemand wat op aard het schoonste is,
Het allerschoonste? welks gelijkenis
Hij ziet in alles wat hem vreugde geeft?
Waarom hij lief heeft wat rondom hem leeft?
Waarom diè rijkdom en diè een vrouw
En één zichzelf, hoewel ze allen nauw
Weten dat ze iets zoeken dan een woord
Alleen? Weet iemand dit? Wel hoort.
Het is waarom het kuiken zoekt de hen,
Het kind de moederborst, waarom ik ben
Bang voor den winter en den herfst, den nacht
Van 't jaar - waarom een jong kind niet de pracht
Der sterren liefheeft, wel een vlam en vuur
Van een wit kaarsje - met een klaar getuur
Ligt hij op 't kussen wakker, lang en met
Zijn oogen volgt hij 't waaiend flikkren, het
Vlammetje brandt nog in zijn droomen voort.
Het is waarom zang en muziek bekoort,
Maar marmer mij verschrikt en witte kleur,
Ik roode rozen liefheb en den geur
Van blinkend fruit en verf van donzig ooft.
Het is waarom een meisje een man belooft
Te stoven in haar armen en verlangt
Naar 't warme mooie huw'lijksuur, ze dankt
Hem voor zijn liefde, of hij anders kon.
Het is vuur, de warmte, 't is de zon.
Herman Gorter (1864-1927)