Gerard Manley Hopkins - Pied Beauty
Pied Beauty
Glory be to God for dappled things—
For skies of couple-colour as a brinded cow;
For rose-moles all in stipple upon trout that swim;
Fresh-firecoal chestnut-falls; finches’ wings;
Landscape plotted and pieced—fold, fallow, and plough;
And áll trádes, their gear and tackle and trim.
All things counter, original, spare, strange;
Whatever is fickle, freckled (who knows how?)
With swift, slow; sweet, sour; adazzle, dim;
He fathers-forth whose beauty is past change:
Praise him.
Gerard Manley Hopkins (1844–1889)
Gevlekte schoonheid
God zij geprezen voor wat gespikkeld is
Voor tweekleurige luchten als een zwart-witte koe
Voor rozensproeten gestippeld op zwemmende forel
Vers vuurgeroosterde kastanjes; vinkenvleugels
Verkaveld en verdeeld landschap – glooiing, braak en geploegd
En álle ámbachten, hun gereedschap, tuig en gereedschap
Alles tegendraads, origineel, apart en vreemd
Alles wat grillig is, sproetig (wie weet hoe?)
Gezwind, langzaam, zoet, zuur, glanzend en dof
Hij creërt verder wat de schoonheid voorbij is
Ere zij hem.