Hélène Swarth - Nebo

Nebo

Ik sta als Mozes, vóór 't Beloofde Land.
Ik zie 't van verre en mag niet binnengaan.
Ginds, aan mijn voeten, golft het gulden graan;
Vroom ruist het woud: "God doet zijn woord gestand."

Ik bal de vuist en klaag u, Jahvéh, aan,
Verberge u ook een koopren wolkenwand.
Zwaar, op mijn schouder, valt de onzichtbre hand
En straft mij streng voor wat ik heb misdaan.

Had ik, als hij, die de uitverkoornen Gods
Ten leven leidde, een grootse taak volbracht,
In stille vrede stierf ik op mijn rots.

Doch doelloos moet ik lijden en mijn klacht
Kaatst, onverhoord, de kale bergkruin weer...
En, de ogen dicht, stort ik in d'afgrond neer.

Hélène Swarth – 1859-1941