Antjie Krog - ek staan op ’n moerse rots langs die see by paternoster
ek staan op ’n moerse rots langs die see by paternoster
die see slat slingers in die lug
liggroen skuim
onverskrokke kyk ek elke donnerse brander
in sy gut voor hy breek
die rots sidder onder my sole
my bo-beenspiere bult
my bekke smyt die aangeleerde gelate knak uit haar uit
se moer ek is rots ek is klip ek is duin
helder sing my tiete ‘n koperklepgeluid
my hande pak Moordbaai en Bekbaai
my arms skeur ekstaties bo my kop:
ek is
ek is
die here hoor my
’n vry fokken vrou
Antjie Krog: Uit: Gedigte 1989-1995, in: Wat de sterren zeggen, pp. 26-27
*
ik sta op een oerrots aan de zee bij Paternoster
de zee slaat slingers in de lucht
lichtgroen schuim
onverschrokken kijk ik elke donderse golf
in zijn pens voordat hij breekt
de rots siddert onder mijn zolen
mijn bovenbeenspieren spannen zich
mijn bekken ontdoet zich met geweld van de aangeleerde gelaten
knak
schijt aan alles ik ben rots ik ben steen ik ben duin
helder zingen mijn tieten een koperklepgeluid
mijn handen pakken Moordbaai en Bekbaai
mijn armen scheuren extatisch boven mijn hoofd:
ik ben
ik ben
de here hoort mij
een vrije vrouw verdomme