Martinus Nijhoff - De moeder de vrouw


De moeder de vrouw

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd-
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer kwam
langzaamaan stroom af door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o dat daar mijn moeder voer.
Prijs God zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

Martinus Nijhoff (1894–1953)

(De brug over de Waal bij Zaltbommel uit het gedicht werd in 1996 vervangen door een nieuwe brug die naar Nijhoff werd genoemd)